5 oktober 2018, geschreven door Layla Karels-Veerman

Het nieuwe ontslagrecht: een succes of niet?

Op 1 juli 2015 werd het nieuwe ontslagrecht geïntroduceerd. Het ontslag van een werknemer hoort eenvoudiger en goedkoper te zijn. Toch worden er momenteel meer ontslagaanvragen afgewezen dan gehonoreerd, maar waarom? Layla Karels-Veerman heeft onderzoek gedaan naar de oorzaken van het afgenomen aantal ontslagaanvragen binnen het arrondissement van Amsterdam. Daaruit heeft zij haar bevindingen op papier gezet met bijbehorend advies. De hoofdvraag luidt:

Wat zijn de oorzaken dat er na de invoering van de Wet werk en zekerheid minder ontslagaanvragen worden gehonoreerd dan onder het oude ontslagrecht binnen het arrondissement van Amsterdam?


Het nieuwe ontslagrecht

Op 1 juli 2015 is de Wet werk en zekerheid in werking getreden (hierna: Wwz). In de Wwz is onder andere het nieuwe ontslagrecht opgenomen, dat namens de regering tot doel heeft het ontslag makkelijker, eerlijk en financieel voordeliger te maken. Daartoe is er een vaste route ingevoerd die moet worden bewandeld bij een ontslag (Kantonrechter of UWV), zijn er (nieuwe) ontslaggronden ingevoerd en kan een werknemer ongeacht de route van het ontslag aanspraak maken op een transitievergoeding.

 

Waar lopen werkgevers tegenaan?

Hoewel het doel van de wetgever was om het ontslagrecht makkelijker te maken, is het de vraag of het ontslagrecht daadwerkelijk makkelijker is geworden. Zo is het aantal afwijzingen van ontslagaanvragen bij verschillende rechtbanken opvallen gestegen. Bij de rechtbanken Rotterdam en Amsterdam zijn de afwijzingen zelfs verviervoudigd. Dit blijkt onder andere ook uit een evaluatieonderzoek van de Erasmus Universiteit van Rotterdam (hierna: EUR), die is uitgevoerd door De Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Nederland (VAAN) en de Vereniging voor Arbeidsrecht (VvA). Dit is voor werkgevers die af willen van bepaald personeel een probleem en leidt er toe dat de procedure voor het ontslag ook dikwijls niet goedkoper wordt.


Het onderzoek

Met betrekking tot het bovenstaande is er een onderzoek uitgevoerd om erachter te komen waar het aan ligt dat er na gefaseerde inwerkingtreding van de Wwz en het nieuwe ontslagrecht na 1 juli 2015 minder ontslagaanvragen binnen het arrondissement Amsterdam worden toegewezen. Dit onderzoek is verricht aan de hand van literatuuronderzoek, jurisprudentieonderzoek, dossieronderzoek en het afnemen van interviews bij werkgevers die gevestigd zijn binnen het arrondissement van Amsterdam.

 

De resultaten

Uit onderzoek van de gepubliceerde rechtspraak blijkt dat in de jaren na de invoering van het nieuwe ontslagrecht inderdaad minder ontslagaanvragen van werkgevers dan onder het oude ontslagrecht zijn gehonoreerd. Deze afwijzingen zijn gebaseerd op onvoldoende motivering van de ingeroepen ontslaggrond. Kantonrechters achten ontslagaanvragen minder snel voldoende gemotiveerd als voorheen. Een voldoende motivering vereist een goede onderbouwing met concrete feiten en omstandigheden. In het nieuwe ontslagrecht ziet men hier strikter op toe. Er dient voldaan te worden aan de wettelijke vereisten van elke ontslaggrond. Hiervoor is een goede dossieropbouw met betrekking tot de werkgever noodzakelijk. Een werkgever dient een zeer nauwkeurig dossier van zijn werknemers bij te houden om zo de ingeroepen ontslaggrond voldoende te kunnen onderbouwen om tot ene positieve uitspraak van een ontslagverzoek te komen. Een complicerende factor vormt hierbij de regel dat de werkgever in tegenstelling tot onder het oude ontslagrecht zich slechts op één ontslaggrond, zoals opgenomen in lid 3 van artikel 7:669 BW, mag beroepen. Dit maakt het voor een werkgever lastiger om een ontslagaanvraag voldoende te motiveren. Werkgevers hebben moeite een dossier op te bouwen dat voldoende is om een succesvolle ontslagaanvraag te motiveren. Mede hierdoor en om het risico van afwijzing van de ontslagaanvraag te vermijden, kiezen werkgevers er veelal voor om de arbeidsovereenkomst door middel van een vaststellingsovereenkomst te beëindigen.

 

Wat ook van invloed kan zijn op het aantal afwijzingen van ontslagaanvragen is dat de kantonrechter nu meer ontslagzaken dan onder het oude ontslagrecht voorgelegd krijgt door de invoering van de vaste ontslagroute. Het zou zo kunnen dat de werkgever vroeger via het UWV sneller ontslag kon regelen in zaken waar nu de gang naar de kantonrechter met de strengere toetsing verplicht gesteld is. Dit zou kunnen resulteren in een hoger percentage afwijzingen door de kantonrechter. Of en in hoeverre dit speelt, valt buiten de kaders van dit onderzoek en zou onderwerp kunnen zijn van een nieuw onderzoek.

 

Aanbevelingen voor werkgevers

De aanbeveling die naar aanleiding van dit onderzoek kan worden gedaan is om werkgevers en managers zich nog meer bewust te laten zijn van het belang van het bijhouden van een dossier. Denk hierbij aan functioneringsgesprekken, onderlinge gesprekken, uitspraken die worden gedaan, te laat komen, ziekteverzuim, het aanbod van een verbetertraject en zelfs het aanbod van een andere functie. Het strak bijhouden van en het toezien op het bijhouden van deze dossiers maakt het voor de werkgever gemakkelijker om aan de vereisten per ontslaggrond van artikel 7:669 lid 3 te voldoen. Op deze manier kan er voldoende worden onderbouwd waarom er voor een bepaalde grond is gekozen en kan er zichtbaar aan de kantonrechter worden aangetoond dat de werkgever alles heeft gedaan om de omstandigheden voor de werknemer te verbeteren en zijn of haar best heeft gedaan een vervangende arbeidsplaats voor de werknemer te zoeken. Indien hier aan wordt voldaan zijn er voldoende redenen ontstaan dat er vervolgens geen andere uitweg meer is dan het ontslaan van de werknemer. Een werkgever zou hiervoor een checklist op kunnen stellen die zij gebruiken als hulptool zodat er tijdig en volledig de juiste zaken en omstandigheden worden gedocumenteerd.